Jordi denkt dat het de verkeerde code is. Jordi en Sarah denken dat het de verkeerde code is. Ze fietsen langs een boom. Sarah en Jordi kijken op de boom. Misschien is dat wel de goede code van de kluis. Er staat 4.6.p.a.f.s., ze schrikken, die code.
Jordi vraagt: “Heb je een pen en papier mee?”
"Nee."
“Jammer, dan kon ik hem overschrijven.”
Jordi en Sarah denken dat de tweeling er aan komt. Wegwezen!! Jordi en Sarah denken in zichzelf, 'wat zijn ze dun'. Ze denken dat het komt door al het rennen. Ja, dat ze dan nog kunnen rennen met dat gewicht.
De tweeling gaat steeds sneller en sneller. Jordi en Sarah willen zo snel mogelijk weg. Jordi zegt:
“Kom bij mij achterop. Ze fietsen heel snel weg uit het bos. Sarah zegt:
“We gaan naar de boomhut.”
"Ja, want daar hing toch dat flesje? “
"Ja," zegt Jordi.
Sarah zegt: “Weet je de code nog?”
Jordi zegt: “ja, dat is 4.6.p.a.f.s. Spring van mijn fiets af. We zijn er."
Sarah springt er van af. Ze klimmen zo snel mogelijk de boomhut in.
Sarah vraagt: "Moet jij je fiets niet verstoppen?"
"Ja, waar dan?"
'In de schuur!"
Ze gaan naar de schuur. Sarah en Jordi zetten de fiets in de schuur. Sarah zegt:
”Kom, we gaan weer terug!"
Als ze weer in de boomhut zijn, komt de tweeling er aan.
"Bukken!" zegt Sarah.
De tweeling fietst de boomhut voor bij.
Jordi zegt: ”Weet jij de code nog?"
Sarah zegt: “nee, Jordy weet jij de code nog wel?"
"Ja,' zegt jordy .
"Wat is de code dan, jordy?" zegt Sarah.
'4.6.p.a.f.s. Kijk daar hangt de ballon. Pak hem! Probeer het flesje te openen."
"Ja, kan het flesje open."
"Nee, de code!”
"Ja, ik draai hem wel even,“ zegt Jordy. "Ja, 4.6.p.a.f.s. Yes hij wil open."
Er zit een papiertje in. Sarah leest voor. Er staat op: hier is deo voor jou, Jordy. Groetjes. Verder staat er niks. Het is verder wazig.
Jordy bedenkt een onzin zin:
Het vliegende blauwe paard en de roze kanariepiet hebben verkering.
Sarah zegt: ”Dat is een leuke zin."
Sarah bedenkt er ook een:
De jassenkapstok heeft een peukje en een pukkel op zijn neus.
"Dat is een hele leuke zin, die ga ik opschrijven. "
Ze gaan de boomhut uit en lopen naar de schuur voor de fiets. Ze doen de deur open en schrikken. De tweeling staat bij de fiets. Sarah zegt :
”Wat doen jullie?"
"We zijn jullie aan het opwachten."
"Waarom dat?"
"We wilden vragen om vrienden te worden."
"Dat willen we wel, dan kunnen we sluimer bespioneren, maar dan moeten jullie niks zeggen tegen sluimer."
"Oké,"
Sarah zegt: " kom we gaan hem bespioneren. Kom we gaan er achter aan dan kunnen we kijken wat hij uitspookt."
Ze lopen naar hem toe.
Op den duur zijn ze hem kwijt.
”Waar is hij nou gebleven?”
Ze zoeken hem overal maar ze kunnen hem niet meer vinden. Ze zien hem in een winkel met iemand praten. Hij is heel onbekend ze bukken en kijken heel voorzichtig. sluimer heeft ze al lang in de gaten maar doet net alsof hij ze niet ziet en loopt naar buiten. Jordy, Sarah en de tweeling lopen voorzichtig achter hem aan op den duur neemt sluimer de afslag en loopt een rondje en staat op den duur achter Sarah, Jordy en de tweeling. Maar zij hebben niks in de gaten en blijven gewoon staan en Sluimer zegt:
"Boe!"
De anderen schrikken zich rot.
Van Sam Kragtwijk, Femke Hof, Pascal Pekel en Alex Hooijer.