Sluimer komt binnen. Hij staat in het koude huis, de oude opslagplaats van de dorpsslagerij.
'Hallo, is daar iemand....?'
Sluimer's stem klinkt hol door de ruimte.
'Eenzaam en alleen wacht ik hier tot in de eeuwigheid...'
Hij wrijft in zijn handen en begint door de kamer te ijsberen. Jordi en Sarah zitten bibberend in de hoek met sneeuw waar ze zich verstopt hebben. De kinderen hebben het ontzettend koud. De lippen van Jordi zijn blauw en Sarah blaast in haar handen om ze warm te krijgen. De deur gaat weer open.
'Opa, opa,' roepen Gerdien en Patricia. Ze komen tegelijk binnen rennen.
'We weten waar de code van het kluisje is,' roept Patricia buiten adem.
'De code, de code, de code? Eindelijk komt de oplossing dichterbij.'
Sluimer spreidt zijn armen en kijkt omhoog. 'Ik moet naar het station. Naar de kluisjes.'
'De code hing aan de gele ballon en meneer Tellingen heeft het per ballonvaart aan u op willen sturen. Jordi en Sarah hebben de ballon, die eigenlijk voor u was, gevonden. Ze hebben het briefje met de code bewaard.'
'Sarah? Sarah?'
'Ja, Sarah, uw buurmeisje. De dochter van Joppe.'
'O, Sarah.'
'De gele ballon danst met de wolken,' fluistert Jordi in Sarah's oor.
'Meisjes we vertrekken en komen hier nooit meer terug,' zegt Sluimer. 'Het is veel te koud in mijn oude slagerij.'
Patricia en Gerdien pakken een grote weekendtas en gooien al hun kleren erin.
'Wat gek,' zegt Patricia, 'ik dacht toch echt dat ik mijn tuinbroek hier had laten liggen.'
'Misschien ligt die al op de boot,' zei Gerdien.
'Toch is het raar. En de klerenkast stond op een kier. Zou hier iemand geweest zijn?'
'Greet, Greet,' zegt Sluimer die bij de deur staat te wachten. 'We gaan je sieraden in veiligheid brengen.'
Sluimer, Patricia en Gerdien gaan weg met de weekendtas. Jordi en Sarah komen tevoorschijn, ze hebben allebei een tuinbroek aan. Op de broek van Jordi staat de naam van Patricia, op de broek van Sarah de naam van Gerdien. Ze kijken elkaar aan en grinniken.
'Heb je dat briefje nog?' vraagt Jordi opgewonden.
'Ja, dat zit in mijn korte broek.'
Sarah voelt in de zak van haar korte broek die ze onder de tuinbroek aan heeft. Ze pakt het briefje en geeft het aan Jordi.
Jordi vouwt het open.
'372 37485. Dit is de geheime code,' zegt hij. 'Kom op, we gaan op de fiets naar het station.'
'Maar de Blauwpolder heeft helemaal geen station.'
'Wel een oud station, aan het begin van de Stationsstraat. Daar is ook de rij met kluisjes die nu bij het postkantoor horen.'
'Nooit aan gedacht, je hebt gelijk,' zegt Sarah.
'Ik ben zo benieuwd naar de sieraden die in het kluisje zitten!'
'Ik ben bang.'
'Ik ook, maar we gaan toch.'
Jordi loopt naar de deur die gelukkig nog open kan. De kinderen springen op hun fietsen en racen de straat uit. Ze zien niet dat aan de zijkant van het huis een dik meisje met bril hen nakijkt. Patricia. Patricia ziet de kinderen de straat uit fietsen. Springt dan zelf op haar fiets en zet de achtervolging in.