Sarah droomde, over het oude huis dat al heel lang leeg
stond. Opeens schrok Sarah en werd wakker. Ze liep naar haar vader en zei
hard:
”Ik had een nachtmerrie over het oude huis!”
“Ja, ja, ja, ga nou maar slapen het is 8 uur,” zei Joppe.
Sarah liep naar haar bed. Maar ging stiekem naar Jordi toe
op de snelle fiets.
Ze belt aan bij Jordi. Jordi doet de deur open en Sarah zegt:
“Hoi, hoe is het?”
“Goed, maar ik haal even de post uit de brievenbus,” zegt
Jordi.
“Kijk Sarah, een brief voor ons.”
“Wat staat er in dan?” vraagt Sarah.
“We moeten over drie minuten bij het café zijn,” zegt Jordi.
”Jordi, dan moeten we gaan,” zegt Sarah!
Sarah en Jordi zitten op de fiets en fietsen heel snel naar
het café. Dan zegt Jordi: ”De rode krokodil zit te kwaken in het blauwe
kwaten.”
“Niks zeggen, want we moeten opschieten!”
De twee dikke meisjes staan voor het mooie café en gaan
Jordi en Sarah pesten. Sarah en Jordi vinden het niet meer leuk en pakken hun
fiets. Dan fietsen ze heel snel weg. Maar de tweeling was erg slim en ging hun
achterna.
Jordi zegt: ”We gaan dat huis in. Ze zeggen namelijk dat de
deur open is en er niemand woont.”
“Ja is goed, maar wel snel anders ziet de tweeling ons,”
zegt Sarah. Dan doen ze de deur zachtjes open. Ze komen binnen en doen de deur
weer dicht.
Sarah zegt bibberend: “Het is hier koud, heel erg koud.
Kunnen we hier ook snel weg?” “Jawel,” zegt Jordi.
Dan willen ze de deur open doen. Maar dat wil niet.
Ondertussen werd Joppe wakker en wilde Sarah wakker maken. Maar
Sarah was er niet. Hij belde snel Dille. Toen kwam Dille aan de telefoon. “Hoi
Joppe wat is er?” vroeg Dille.
Joppe zei charmant: “Is Jordi ook thuis en is Sarah er ook?”
“Nee ik heb geen idee,” zei Dille romantisch.
Toen zei Joppe: ”Ik bel de politie wel en hang posters op.”
Maar ze moesten wel opschieten, want Jordi en Sarah bevroren
bijna.
Jordi en Sarah kijken rond in het huis en zien een
klerenkast. Ze doen de klerenkast open ze zien er warme kleren hangen en op de
truien staan de namen van de tweeling Patricia en Gerdien. Ze gaan op de bank
zitten.
Jordi zegt: ”De tweeling woont hier toch niet?”
“Weet ik niet maar ik doe gewoon zo’n pak aan.”
Gerdien en Patricia komen bij Sluimer.
Sluimer zegt: “Waar zijn ze?!”
“Ze… zijn.. ontsnapt en ergens in een huis verstopt bij ons
in de straat!”
Sluimer zegt: ”Dan zorgen jullie er maar voor dat jullie ze
krijgen.”
“En als we worden opgepakt?” zegt Gerdien.
“Dan hebben we pech!” besluit Sluimer de discussie.
Sarah en Jordi zitten nog steeds in het oude huis.
Sarah zegt: “Zullen papa en jouw mama ons vinden?”
“Ik weet het niet maar ik vind het raar dat hier kleren
hangen van Gerdien en Patricia.”
Maar net toen Jordi praatte ging de deur open en ging snel weer
dicht. Jordi en Sarah verstoppen zich snel in een hoek met veel sneeuw.
Juultje van Egmond,
Twan Schenkel, Gerda Oosterveld en Rolf Wemmenhove