“De olifant danst in bikini in het café, hoort Sarah in haar slaap.
Sarah wordt wakker en ziet Jordy rare zinnen bedenken.
“De puindummer dumpt voor een kroketje,” zegt Jordy.
Sarah bedenkt ook een rare zin. “De dikke snuiter blaft in de sneeuw.”
”Ja die is leuk,” zegt Jordy.
Ze kleden zich aan en gaan naar beneden. Daar staat een ontbijt op tafel.
”Lekker croissantjes,” zegt Sarah. ”Ohh, en ook nog saucijsjes en eitjes.”
Sarah en Jordy schieten aan tafel.
Sarah vraagt waar Dille is en Jordi vertelt dat ze al aan het werk is. Sarah pakt een croissantje en smeert er boter op. Ze neemt er een hap van en kijkt naar buiten. Er staan 2 kinderen voor het raam. Ze zijn dik en hebben een bril en hebben een pukkel op hun neus. Maar ze rennen gauw weg. Jordy pakt ook een croissantje en begint te eten. Met volle mond bedenkt hij een onzinzin.
“De flipperde vlap vlop kauwt op een boterham.”
“Wat zeg je Jordy?’ zegt Sarah.
Als Jordy zijn mond leeg heeft zegt hij:
“Een flipperende flap flop kauwt op een boterham.”
Sarah drinkt uit haar kop melk en krijgt een witte snor van melk. Dan zegt ze dat het een leuke zin is. Als ze klaar zijn met eten lopen ze naar de boomhut. Ze kijken naar een café. Jordy zegt: “Zullen we daar heen gaan?”
Sarah zegt: ”Oké.”
Ze lopen er naar toe. Er staan 2 dikke meisjes voor de deur en ze hebben allebei een bril op en een pukkel op de neus. Sarah denkt in zichzelf “ieehh!!”
Ze hebben een tuinbroek aan en op de ene staat Patricia en op de andere Gerdien.
“Heten jullie zo?" vraagt Jordy.
De ene vraagt wat hij bedoelt en Jordi wijst naar de namen op het pak.
”Oh dat, zo heten wij. Of nou Gerdien: Je hebt mijn pak aan. Dom dom dom. We zijn zo weer terug,” zegt de tweeling. Ze lopen een trap op en verdwijnen achter een deur.
Dan bedenkt Jordy weer een onzin zin.
”De gekke tweeling schuilt achter een sniffeldeur,” bedenkt Jordy.
Dan komt de tweeling weer terug.
”Hoe heten jullie eigelijk?” vraagt Gerdien.
“Ik ben Jordy en dit is Sarah.”, zegt Jordy.
De tweeling vraagt of ze mogen meespelen.
”Euuh ja mag wel,” zegt Sarah.“Wat gaan we doen dan?"
Patricia zegt opgewonden:
”Zullen we een spelletje doen met z’n vijven bijvoorbeeld vijvertje?”
”Wat is dat nou weer.” vraagt Sarah.
”Weet ik veel, ik dacht dat jij dat wist,” zegt patricia.
”We gaan verstoppertje doen,” zegt Sarah.
”Oké,” zeggen ze allemaal.
Maar wat ze niet gemerkt hebben is dat Sluimer hen heeft bespioneerd. Sluimer zegt in zichzelf: ”Dat hebben ze goed voor elkaar die tweeling.”
Dan zegt Sarah: ”O, het is al vijf uur ik moet naar huis.”
”Oké, dan gaan wij ook,” zegt Gerdien.
”Kom je Jordy? We gaan nog even naar jouw huis,” zegt Sarah.
Als ze bij Jordy’s huis zijn zegt Jordy:
”Waar is mijn moeder? Ze moet nu al terug zijn.”
”Misschien zijn ze bij mijn huis,” zegt Sarah.
En ja hoor daar zijn ze. Ze zitten weer te zoenen. Heel erg, ze houden maar niet op.
”Gatver,” roept Sarah.
Dille en Joppe schrikken en kijken naar de kinderen.
“Euuh..., Jordy kom je? We gaan, euuh.., naar huis.”
Als Dille en Jordy thuis zijn zegt Jordy:
”Moeten jullie nou echt elke keer zoenen.”
”Nou elke keer dat is overdreven,” zegt Dille.
“Oké, één keer per dag, ook goed?” zegt Jordy.
Geschreven door Pascal Pekel, Sam Kragtwijk, Alex Hooijer en Femke Hof