Joop en Willem
Krodillen, wat eng!
Mijn moeder stond daar, verstijfd van schrik.
Ze was bleek,hartstikke bleek.
We stapten uit de chevrolet pick-up.
We waren een eind uit de stad.
We stopten langs een klein landweggetje.
Aan de linker kant waren weilanden,als het niet mistig was zag je aan de horizon een klein sliertje rook: de industrie terreinen van Maimi
Aan de rechter kant kan je maar enkele meters ver kijken.
Er stroomde een klein riviertje, daar achter begon een bos, zo dicht je kon geen meter het bos in kijken.
Aan de linker kant stond zijn huis.
Met een grote houten schuur met een knal rood dak erop.
Daar naast, twintig meter verder op: stond zijn huis.
Het was mega groot.
We liepen over de oprit langs de schuur.
We hoorden het geluid van scherpe nagels die snel over het hout van de muren heen schraapten, het geluid van klapperende tanden,
Niet van de kou, maar van de honger.
We versnelden onze pas, bibberend vroegen we ons af wat er in die schuur zat.
Ook al konden we het wel raden, krokodillen natuurlijk!
Ik vroeg aan Henk die voor ons aan liep, wat doe je eigenlijk met al die krokodillen?
Ik verkoop de meeste aan dierentuinen,
Maar vaak worden ze vermoordt en worden er handtassen van gemaakt.
Mijn moeder viel van de ene verbazing in de andere.
Henk stapte zijn huis binnen.
We kwamen in een grote kamer waar een grote TV de hele linker muur bedekte.
Er hingen meerdere jachttrofeeën aan de muren.
We liepen de trap op.
Henk wees onze bedden en de Wc aan.
Ik vroeg waarvoor die kamer naast onze kamer was.
Henk antwoordde dat, dat van zijn medewerkers was.
“mijn medewerkers heetten Joop en Willem,
ze zijn in de schuur”
“mogen wij ook naar de krokodillen kijken?”
“ja hoor ik loop wel even mee”antwoordde Henk.
Ik stormde de trap af.
Ik dacht dat de krokodillen VET GAAF zouden zijn.
Ik rende naar de schuur ik opende de deur en zag de twee medewerkers net een krokodil weg slepen via de deur aan de andere kant.
10 seconden later kwam Henk binnen.
Door het midden liep een pad.
Er stonden aan beide kanten van het pad stalen kooien.
Ik vroeg aan Henk wat Joop en Willem deden met die krokodil,
Maar Henk wist hier niks van.
Wat raar?
Ik speelde en verkende het erf.
Alweer zag ik Joop en Willem een krokodil meenemen.
Als spelletje ging ik ze bespioneren.
Ze liepen weg van het erf.
Het bos in, ik volgde ze nog steeds.
We kwamen uit bij een oude gammele eend.
Hij was knal groen daarom viel het niet op.
Ze propten de krokodil achterin.
Het past bijna niet in de verroeste eend.
Ik sprong snel de bosjes in.
Ze scheurden achteruit en reden supersnel weg.
Ik rende naar het huis van Henk en ik vertelde alles.
Lars Ruinemans