Het pakhuis
Ze stapten weer in de boot. Ze hadden lekker gegeten. Sarah dacht de hele tijd aan de ballon die op de tafel lag. Toen ze weer bij de woonboot waren nam Jordi afscheid van Sarah en ging naar zijn eigen huis. Sarah ging naar binnen en zag de ballon liggen. Dit is mijn kans, dacht ze. Joppe en tante Kasja waren toch nog bij de kameel. Ze liep naar de tafel en pakte de ballon. Er zat wat in! Ze liep naar haar kamer en ging op haar bed zitten. Ze legde de ballon neer op haar bed. Ze treuzelde. Zou ze kijken wat erin zat? Straks had haar vader iets te maken met die geheimzinnige dingen. Ze pakte met trillende vingers de ballon op. Nu pas zag ze dat er een rood touwtje omheen zat. Het was net zo’n touwtje als om het buisje heen zat van hun ballon, dacht ze. Ze peuterde het touwtje los en keek wat er in de ballon zat. Het was een briefje, ongeveer net zo één als die van hun ballon, alleen deze was iets groter. Er stonden dezelfde nummers op. Sarah draaide het papiertje om. Er stond iets op de achterkant geschreven: Parklaan 45, 8 juni, 16.30. Sarah hoorde de deur open klappen. Ze stopte het briefje zo snel mogelijk weer in de ballon en legde de ballon onder haar kussen. Net op tijd, want Joppe kwam gelijk haar kamer binnen. “Uh, Sarah, dat over die ballon hè, dat is niks hoor, die heb ik in een boom gevonden.” “Oké pap”.
Sarah kon maar niet in slaap komen. Ze dacht de hele tijd aan wat Joppe had gezegd. Dat hij het in een boom had gevonden. Zou het waar zijn of was het gelogen? Het vreemde was dat Sarah het gevoel had dat hij gelogen had. Nog een reden dat Sarah niet kon slapen was dat ze aan het briefje uit de ballon moest denken. Wat betekende het? Parklaan was een straat in het dorp. En welk huis was huisnummer 45? Morgen ga ik kijken wat voor een huis er staat, samen met Jordi, dacht Sarah. Toen viel ze in slaap.
Die volgende middag ging Sarah naar Jordi toe. Samen liepen ze richting het dorp. “Wat had je gister nou gevonden?” vroeg Jordi. “Weet je nog die ballon die we gisteren bij mij op tafel zagen liggen?” Jordi knikte. “Nou, ik pakte die ballon en ik voelde dat er iets in zat …” Sarah wachtte even. “Dus ik ging kijken. Het was een briefje met dezelfde nummers als op ons briefje!” “Nou, toevallig, maar wat is er dan gek aan?” “Hier.” Sarah gaf het briefje aan Jordi.
Jordi keek naar het briefje en draaide het om. Hij las het hardop voor: “Parklaan 45, 8 juni, 16.30. Dat is een huis in deze straat!” riep Jordi opgewonden. “Ja, maar welk huis?” antwoordde Sarah. “Ik weet welk huis dat is!” ging Jordi verder. “Het is een pakhuis met kostbare spullen!” “Hoe weet je dat, Jordi?” “Mijn oom heeft er gewerkt. Ze zeggen dat er wordt gesmokkeld. Daarom is m`n oom ook ontslagen.” “Kom, we gaan.” Samen liepen ze over de stoep langs de rijtjeshuizen naar Parklaan 45. “Het is vandaag toch 8 juni?” Jordi knikte. “Dat staat ook op het briefje. En hoe laat is het?” “16.00 uur!” antwoordde Jordi. “16.30 staat op het briefje. Kom snel, anders redden we het niet.” Ze renden zo snel als ze konden en kwamen uiteindelijk doodmoe aan bij het huis op nummer 45. Ze liepen door het tuintje naar de achterkant van het pakhuis waar allemaal bestelauto`s reden. “Kom, we verstoppen ons achter deze kisten,” zei Sarah tegen Jordi. Ze doken weg achter de kisten. “Nog tien minuten,” zei Jordi. Ik heb gehoord dat het hier vol met kluizen staat.” “Goh...” was het enige wat Sarah antwoordde. “ Er schijnt heel veel geld in die kluizen te zitten, dat vals of gestolen is.”
Plotseling verscheen diegene die Sarah hier nou niet hoopte te zien. Joppe, op zijn motor! Hij liep op een man af en schudde hem de hand. Samen liepen ze naar binnen. Sarah’s mond viel open van verbazing. Mijn vader is een boef…