Het ongeluk
“Wat doen ze daar, Jordi?” “Geen idee Sarah.” Sluimer en Falp’s vader kwamen terug uit de schuur met wel 10 kistjes. Kleine houten kistjes, met een gouden slotje. “ Wat doen we nu?” vroeg Falp’s vader. “We doen de deur op slot en vertrekken, oké? Wat was de code ook alweer?” “354687.” “Oké, ik heb hem en dan nu vertrekken. Voordat iemand ons ziet!” “Hoorde je dat Sarah!” “Wat?” “Die code!” “Welke code?” Sarah was afgeleid door de enorme bende rond de houten schuur. “Falp’s vader zei de code van de schuur! We gaan er morgen opnieuw naartoe, goed? We zijn nu al te lang weggeweest, Joppe zal zijn motor wel missen…” Sarah vond het best. Ze was moe. Te moe om goed te luisteren wat Jordi allemaal te zeggen had. Morgen zou ze extra goed luisteren.
Ze wachtten even tot de auto van Falp’s vader verdwenen was. Toen pakten ze de motor uit de bosjes en duwden hem de weg op. Jordi startte de motor, Sarah klom achterop en met een noodvaart schoot de motor de weg op. “Pas op Jordi!” schreeuwde Sarah. Te laat. Jordi en Sarah lagen allebei op de straat. De motor lag 10 meter verderop in het gras. Sarah stond direct op. “Jordi…, Jordi…” Ze begon te huilen. Jordi kreunde: “ 1…1…2 .”
Sarah pakte haar mobiel en belde. “Ja, hallo, u spreekt met Sarah. Mijn vriend is gevallen met de motor, hij bloedt en hij kan haast niks meer zeggen! Wilt u alstublieft heel snel komen!” “Waar zijn jullie dan Sarah?” “Ik weet het niet. Ik denk… “ “ Zie je ergens een straatbordje, of iets anders waar een naam op staat..” Sarah keek vlug om zich heen. Ineens zag ze aan de kant van de weg een wegwijzer. Er stonden meerder namen op. Sarah noemde ze allemaal. “ We zijn onderweg. Blijf maar goed tegen je vriend praten.” Sarah had het idee dat het wel een uur duurde voordat ze eindelijk de sirene hoorde. Met loeiende sirenes kwam de ambulance eraan. Ze keken Jordi snel even na en legden hem op de brancard. “Ga je mee?” vroeg de chauffeur aan Sarah.“Ja ik ga mee!” De ambulance reed zo hard dat Sarah bijna omviel!
Toen ze even later bij het ziekenhuis aankwamen werd Jordi op een bed gelegd. “Het komt allemaal goed,” zei de dokter. Toen Jordi een beetje bij kwam zei Sarah:” Hoe moet dat nou verder, Jordi?”
“Je moet het alleen doen Sarah...........”