Een bekende stem door Mariska van der Breggen
Die nacht werd Sarah wakker van een vreemd geluid. Ze schrok. Misschien was er wel iemand in huis of zou het papa zijn? Nee dat kon niet want die was bij Dille. Maar wie kon het dan wel zijn? Sarah kon maar niet bedenken wie het kon zijn dus stapte ze uit bed. Maar net toen ze dat wou doen hoorde ze voetstappen haar kant op komen. Ze schrok. Straks was het een inbreker of een dief en dan…. Daar wou ze niet eens aan denken. “Ik moet me verstoppen,” dacht ze, “maar waar?” De voetstappen kwamen steeds dichterbij. Nog even en ze waren bij de deur. Sarah gooide snel haar dekbed goed en dook de kast in. Net op tijd, want de deurklink ging al naar beneden. Ze hoorde iemand haar kamer in lopen maar kon niet zien wie het was. “Waar is dat briefje nou!” hoorde ze een man brommen. De stem kwam haar bekend voor, maar ze kon maar niet bedenken van wie het was. De voetstappen stierven weg. Eindelijk durfde ze de kast uit te komen. Ze wist niet wie hier geweest was maar het was een hele bende. Ze ging op haar bed zitten en dacht na over wat de man had gezegd: Waar is dat briefje nou? Wat bedoelde hij met dat briefje? Omdat ze zo in gedachten was hoorde ze niet dat de voordeur open werd gemaakt. “Wat een bende!“ riep Joppe die net binnenkwam en natuurlijk niet wist wat er was gebeurd. “Sarah?” riep Joppe angstig. Hij rende naar de kamer van Sarah en zag Sarah op het bed zitten. “Wat is er gebeurd Sarah?” vroeg Joppe aan Sarah die een beetje voor zich uit zat te kijken. Er kwam geen antwoord. Joppe vroeg het nog een keer en kreeg nu wel antwoord. “Er is ingebroken,” stotterde Sarah. Joppe hield haar even stevig vast. “Ik ben bij je nu.”
Sarah lag weer rustig in bed net zoals voor de inbraak. Toen Joppe had gehoord dat er was ingebroken had hij gelijk de politie gebeld. De politie kwam meteen na het telefoontje. Ze hadden de boot onderzocht op vingerafdrukken en ze hadden Sarah ondervraagd. Ze had alles verteld maar dat van het briefje had ze wel weggelaten. Sarah viel die avond rustig in slaap. De volgende morgen stond Jordi al snel voor de deur. Hij had natuurlijk gehoord dat er politie was geweest bij Sarah en daarvan wilde hij meteen het fijne weten. Dus was hij maar vroeg naar Sarah gegaan. Joppe deed de deur open. “Hallo Jordi, kom binnen.” Jordi stapte naar binnen. Het was nog steeds een beetje een rommeltje maar dat was logisch. “Is Sarah er ook?” vroeg Jordi aan Joppe. “Ja die is er, loop maar naar haar kamer.” Jordi liep door naar Sarah`s kamer en daar zag hij Sarah op bed zitten. “Hoi,” zei Sarah toen ze zag dat Jordi binnenkwam. Sarah kleedde zich aan en ging met Jordi naar de boomhut.
Toen ze in de boomhut waren zei Sarah tegen Jordi: “Ik moet je iets vertellen….”