De Marokkaanse wortelzuiger zoent met de verliefde paprika
Joppe vertelt:
“Ik heb het nummer gebeld en ik heb één van die twee gedaantes aan de telefoon gehad. De gedaante zei dat we naar het huisje moeten komen om af te spreken wat we gaan doen.”
Als ze zijn aangekomen meren ze de boot af.
”Ik ga naar het huisje toe, blijven jullie in de boot?” zegt Joppe.
“Oké, wij wachten wel op je,” zegt Dille.
Michiel, Dille en Jordi zien Joppe langzaam in het bos verdwijnen. Na een poosje komt hij terug en zegt:
“Vanavond om zes uur moeten wij het koffertje geven en dan laten zij Sarah en Sluimer vrij.”
’s Avonds is iedereen bij de woonboot van Joppe en Sarah. Michiel moet nog huiswerk maken, dus die is er niet bij. Ze gaan er met het bootje heen. Als ze er zijn, meren ze het bootje op de bekende plek aan en klimmen eruit. Dille neemt het koffertje mee. Ze lopen naar een klein riviertje vlakbij het bos.
“Hier gaat het gebeuren,” zegt Joppe.
De donkere gedaantes zijn ook aangekomen.
Ze zeggen: “Wij doen Sarah en Sluimer in de boot en jullie het koffertje.”
Joppe zegt: “Zo doen we het!”
Ze leggen het koffertje in de boot. Sarah en Sluimer stappen in het andere bootje. 1... 2..... 3! Daar gaat het koffertje. Sarah en Sluimer stappen snel aan de ander kant uit het bootje. Ze rennen allemaal zo hard ze kunnen naar de boomhut van Jordi en Sarah. Als ze daar aankomen, vraagt Sarah:
“Hebben jullie het echte koffertje gegeven?”
Joppe antwoordt daarop: “Ik heb een ander koffertje gepakt en daar een briefje ingedaan met gefopt erop.”
“Ik ga even kijken wat er nu gebeurt. Je kan vanuit de boomhut het huisje wel zien.”
Jordi kijkt en ziet dat de twee donkere gedaantes het koffertje openmaken. Ze worden knalrood.
Jordi zegt: “De boze tomaat en het gefopte koffertje!”
Iedereen lacht.
“He, wacht eens! Wat gebeurt er nu! Wie zijn dat nou weer? De politie! Yes.“
Ze zien hoe de twee donkere gedaantes in de handboeien worden geslagen.
”Dat is ook weer opgelost,” zegt Dille.
Opeens denkt Jordi aan het echte koffertje. Ze weten nog steeds niet wat er precies in zit. Jordi vraagt aan Joppe:
“Weet jij wat er in het echte koffertje zit?”
“Weet ik niet,” antwoordt Joppe.
Hij zegt tegen de anderen: “Zullen we gaan kijken wat er in het echte koffertje zit? Tenminste als het van Sluimer mag?”
Sluimer zegt: “Dat vind ik wel goed hoor!”
Even later zitten ze bij Sluimer op de bank. Ze hebben het koffertje en Michiel opgehaald.
Michiel zegt: “Ik heb echt van alles geprobeerd, maar het lukt me niet om hem open te krijgen.”
Sluimer pakt het sleuteltje van de koffer en maakt hem open.
Ze zien een tekening van iets, het lijkt wel een soort wapen.
Jordi vraagt verbaasd: “Wat is dat?”
“Ik heb vroeger bij de afdeling kernwapens van de Nederlandse Basis gewerkt. En dit is mijn beste uitvinding.”
Hij pakt de tekening, bekijkt hem nog eens goed en gooit hem dan in de open haard.
“Dit wapen mag nooit worden gebruikt. Het is veel te gevaarlijk.”
Dille zegt: “Kom jongens, we gaan naar huis.”
Michiel gaat ook naar huis.
“Doei,” zegt hij.
Maar Sarah en Jordi horen hem al niet meer. Ze lopen naar de woonboot van Joppe en Sarah. Op het moment dat Joppe, Sarah, Dille en Jordi binnenkomen, gaat de telefoon. Iedereen is stil.
“Hallo, met Joppe... oké.... nu? ... we komen eraan.... tot straks! Daag.”
En Joppe hangt op.
“Dat was iemand van het politiebureau, we moeten even langskomen. Ze willen met ons praten over de donkere gedaantes.”
“Moet ik mee?” vraagt Sarah.
“Ik zal vragen of het voor jou een andere keer mag, ik begrijp dat je moe bent,” zegt Joppe.
“Jordi, jij mag anders ook wel hier blijven,” zegt Dille.
“Oké.”
Als Joppe en Dille terugkomen, zitten Jordi en Sarah te zoenen.
Jordi zegt: “De Marokkaanse wortelzuiger zoent met de verliefde paprika!”
En alle vier beginnen ze te lachen.