|
Verhalen spinnen lezen
Hieronder zie je het leesschema van Verhalen Spinnen. Elk blokje staat voor een hoofdstuk van een verhaal. Als je op een blokje klikt, verschijnt onder het leesschema dat hoofdstuk. Als een blokje nog grijs is, moet dat hoofdstuk nog geschreven worden. Om één verhaal te lezen, volg je de pijlen en de kleuren in het leesschema. Elk verhaal krijgt zijn eigen kleur. Je kunt het lezen of de video bekijken waarin de schrijvers hun hoofdstuk voorlezen.
Onderin het leesschema zie je bij elk verhaal open staan. Als je hierop klikt, krijg je alle hoofdstukken van dat verhaal op een rijtje te zien in een pdf-bestand. Je kunt dan het hele verhaal achter elkaar lezen. In het gekleurde schema, bovenaan elk hoofdstuk, zie je welke lijn er wordt gevolgd. Je kunt het hele verhaal ook uitprinten.
Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.
|
|
|
|
Verberg leesschema
Verhaal 5 - Hoofdstuk 6 - Van Blauwpolder naar Witteveen
Jordi staat pardoes stil, gaat zitten en maakt een balletje van zichzelf. Vloekend tuimelt Sluimer over hem heen. Zelfs in het donker kan Jordi zien dat de oude man languit op het asfalt ligt. Hij kreunt. Jordi krabbelt overeind. Voor hem is het gebouw waarin Katinka opgesloten zit. Ergens achter hem zit Marten nog steeds Sarah achterna. En aan zijn voeten ligt een oude man dood te gaan. Of niet? Sluimer grabbelt in zijn zak. Jordi verstijft. Heeft Sluimer daar het legerwapen? Geladen? Dan schuift Sluimer het metalige voorwerp naar Jordi toe. ‘Bel 112. Ik... ik heb een ambulance nodig.’ Het is een mobieltje. Stamelend doet Jordi wat Sluimer vraagt. ‘Moet er ook politie komen?’ vraagt de agente in zijn oor. Plotseling weet Jordi wat hij moet doen. ‘Ja,’ zegt hij. ‘En zeg dat ze handboeien meenemen. Twee paar.’ Want die Marten, die eigenlijk Henrich is, zal wel niet zómaar van naam veranderd zijn. Hij is vast een oorlogsmisdadiger. De ambulance is er het eerst. Die neemt Sluimer mee, met wie het trouwens alweer beter gaat. De politie komt met twee wagens. Jordi wijst waar Katinka zit opgesloten. Sarah is spoorloos. Het geschreeuw van Marten is verstomd zodra er sirenes in de verte klonken. Katinka komt naar buiten, terwijl ze haar polsen wrijft. Haar rok is verschoven en het doodshoofd zit op haar heup. Een politievrouw draagt het koffertje. Ze legt het op de motorkap en onderzoekt de inhoud. ‘Het is van Henrich Sluimer,’ zegt Jordi. ‘Gauw! Hij zit achter mijn vriendinnetje Sarah aan!’ Een politiewagen scheurt weg. In de andere auto zit een agent met het hoofdbureau te praten. ‘Hebben ze je pijn gedaan?’ vraagt Jordi aan Katinka. ‘Nee, alleen ondervraagd. Ze dachten dat ik een skinhead was. Of nee, een neo-nazi. Iemand die buitenlanders haat in ieder geval. Toen heb ik gezegd dat mijn eigen nichtje half Marokkaans is, dus dat ze me moesten laten gaan. Ze wilden me net losmaken, maar toen zag ik wat er in het koffertje lag. Ik wílde niet gillen, het ging per ongeluk.’ De twee agenten, de man en de vrouw, staan te overleggen. Ze zien er heel verbaasd uit. ‘Wisten jullie dat?’ vraagt de agente. ‘Ja,' zegt Jordi stoer. ‘Het zijn spionnen uit de oorlog. Henrich vocht aan de verkeerde kant en...’ Katinka begint aan zijn arm te schudden. ‘Welnee!’ zegt de agent. ‘Ja, Marten was een spion. Maar niet voor de nazi’s. Marten is zijn echte naam. Onder de naam van Sluimers overleden broer is hij bij de nazi’s gegaan om hun acties te saboteren. Na de oorlog werd hij gevangen gezet, omdat hij niet kon bewijzen wie hij werkelijk was.’ Verbluft kijkt Jordi van de een naar de ander. Stond Marten dan juist aan de góede kant? De agente neemt het over: ‘In het koffertje zit een halfvergaan paspoort van voor de oorlog. Daarin staat zijn echte naam: Marten Witteveen.’ Katinka kijkt Jordi aan. ‘Daarom gilde ik. Jij heet toch Witteveen?!’ ‘Muggen dansen van Blauwpolder naar Witteveen,’ zegt de stem van Marten opeens achter hen. Jordi heeft de politie niet horen aankomen. Ze hebben niet alleen Marten, maar ook Sarah bij zich. Jordi rent op haar af. Hij knijpt haar bijna fijn. ‘Muggen dansen van Blauwpolder naar Witteveen,’ herhaalt Marten. ‘Dat was ons wachtwoord destijds. Een zinnetje dat nooit iemand zó maar zou zeggen.’ Hij knikt Jordi toe. ‘Jij liep ons voor de voeten, knul,’ zei hij. ‘Het had een grote verrassing moeten worden. Maar ik ben toch blij kennis te maken. Jij bent niet bang zo te zien. Daarin lijk je op je grootvader. Op mij dus.’ Jordi’s mond valt open. Marten Sluimer - nee, Witteveen - zijn opa? Sarah knijpt in zijn arm. ‘Goed hè,’ zegt ze. Nu staart Jordi Sarah aan. ‘Wist jij het al?’ Sarah knikt zelfverzekerd. ‘Marokkanen zijn dus ook heel goed in spioneren. Weet je trouwens al dat jouw moeder met mijn vader gaat trouwen? Heb ik ook gespioneerd. Daarom mogen wij zo vaak bij elkaar slapen. Om te wennen.’ Marten geeft iedereen een hand. Hij stelt zich voor als ‘de trotse opa van Jordi’. Tegen Katinka zegt hij sorry. ‘Muggen dansen van Blauwpolder naar Witteveen,’ lacht Jordi schor. Een wachtwoord! Sarah grijpt hem vast. ‘En deze Marokkaanse wortelzuiger wil dolgraag dansen met de verliefde paprika!’
Verhaal 5 Hoofdstuk 5
|
Verhaal 5 - Hoofdstuk 6 - Van Blauwpolder naar Witteveen
Geschreven door Lydia Rood
|
Klik hier voor leesschema
|
|
|
|