‘Chips, we
zitten opgesloten.’ Sarah begint wanhopig te huilen.
‘Kijk eens wat ik hier
heb!’ krijst Katinka.
Het licht flitst aan.
'Sarah heb je dat briefje met die
nummers nog in je zak zitten?'
‘Die met die cijfers bedoel je?’
‘ Precies!’
‘De
cijfers zijn 37237485!’
Dan valt het licht uit.
’Ik zie niks meer!’ Sarah
begint te schreeuwen.
‘Rustig nou maar,’ stelt Katinka haar gerust. ‘Ik heb
altijd lucifers bij me. Nu nog iets dat wil branden. Een doos of zo.’
‘Daar in
het donker,’ schreeuwt Jordi.
Hij graait snel naar de doos en Katinka gooit er
een brandende lucifer in. Na een aantal seconden staat de doos in lichterlaaie.
Het vuur wordt snel verstoord door de sproei-installatie.
‘Dom van ons,’ zegt
Katinka.
Jordi en Sarah beginnen door de rookpluimen wild door elkaar te
rennen, alleen Katinka blijft rustig in een hoekje staan.
Even later
horen ze sirenes vanuit de verte steeds dichterbij komen.
‘We zijn gered!’
roepen Jordi en Sara door elkaar.
Ze horen de kettingen los gaan en er komt een
brandweerman naar binnen. ‘Is hier iemand?'
Dan ziet hij de kinderen.
‘He, wat
doen jullie hier nou?’ roept hij verbaasd.
‘Iemand heeft ons opgesl….’ Verder
komt Jordi niet, want Katinka legt vlug haar hand voor Jordi’s mond.
De
brandweerman maakt nu haast en zegt: ‘Er snel uit en wegwezen!’
Een tijdje
later zitten ze na te praten in de boomhut. Ineens schiet Jordi weer een mooie
zin te binnen: ‘De brandweerman redde de veel kleurende appelmoes spuiter.’
‘Ik
moet jullie iets bekennen,’ zegt Katinka zachtjes. ‘Marten is mijn oom’ ‘WAT,
dat meen je niet!’ schreeuwt Jordi.
‘Er is iets aan de hand met de kluis in het
huis van mijn tante en Marten. Sluimer, Marten en mijn tante vormen samen een
soort bende. Ik heb gehoord dat mijn tante alleen de vuile klusjes op mag
knappen, maar eigenlijk helemaal weet niet waar het om gaat. Ze wordt
hartstikke gebruikt door die twee griezels!’
‘Nou dan gaan we die kluis toch
proberen te ontcijferen,’ zegt Sarah eigenwijs.
‘Maar dat kan niet,’ stamelt
Katinka. ‘Er zitten al... '
‘Ja, goed idee!’ krijst Jordi er doorheen.
‘Luister
nou,’ roept Katinka wanhopig. ‘Er is een geheime gang achter de kluis. We kunnen
ze misschien afluisteren, maar we moeten wel voorzichtig zijn! Afgesproken?’
Sarah en Jordi knikken zachtjes, hier hadden ze niet opgerekend.
Even later
staan Sarah, Jordi en Katinka voor het huis van tante Baps. De deur staat op
een kiertje en alle drie sluipen ze vlug naar binnen. Al snel vinden ze op
aanwijzing van Katinka de kluis in de kelder.
‘Nu nog de code,’ fluistert Sarah
zenuwachtig.
‘In je zak,’ bromt Katinka.
Sarah leest voor: '37237485…'
Klik ….
‘DE
CODE KLOPT!’ roepen ze enthousiast door elkaar.
Ze horen Sluimer en Marten
praten.
‘Waar is de gele ballon met de code? Ik kan hem niet vinden! Waar zijn
de rest van de ballonnen voor de verjaardag van Babs? Hé Babs, waar zijn de
ballonnen voor je verjaardag?’
Tante Babs zegt met haar liefste stemmetje: ‘Ik
heb ze weggedaan schat. Ze waren veel te stoffig.’
Marten moppert: ‘Wat moet je
met zo’n vrouw? Verdikke, nou zijn we de code kwijt.’
Plotseling klinkt er een
doffe klap en de drie kijken als versteend achterom. ‘Tan..tan..tante,’ stottert
Katinka.
’Wat doen jullie hier?’ vraagt tante verbaasd.
Snel vertelt Sarah het
hele verhaal.
'En nu willen we ze afluisteren en aangifte doen bij de politie. Maar we hebben geen bewijs genoeg,’ zegt Sarah.
‘Het is hier veel te gevaarlijk
voor jullie, vlug eruit,’ fluistert tante Baps.
‘Wie is daar?’ buldert Marten.
‘Ik schat,’ zegt tante rustig.
Snel kruipen de vier door een klein luikje naar
buiten en ontsnappen uit het zicht van Sluimer en Marten.
‘Ik wil van
hem af!’ snikt tante als ze eenmaal buiten zijn. ’Omdat het een schurk
is!’
‘Kom op, we gaan onmiddellijk aangifte doen,’ zegt Sarah. 'Dan ben je van
hem af.'
Eenmaal bij
de politie blijkt echter dat er niets meer over is van de koffer met de inhoud,
al het bewijsmateriaal is verdwenen uit de oude loods. Sluimer en Marten
zullen helaas nooit opgepakt worden. En niemand zal er ooit achter komen wat Sluimer
en Marten nou precies van plan zijn geweest met die bijzondere stempels,
pennen, inkt en papier. Er zijn alleen vermoedens!
Einde