Sluimers kelder.
“Die boot gaat veel sneller!”roept Katinka. “Kun je zien wie er in zit?”
“Nee, maar misschien... Het is Sluimer!” Sarah geeft gas.
Een harde knal en dan liggen ze stil. De boot ligt half onder water. Sluimer stopt naast hen.
“Wat is jouw moeder dom!” zegt hij grijnzend.
Achter in de boot zit Dille met haar armen en benen vastgebonden en tape voor haar mond.
“Een poging tot ontsnapping en ze is vissenvoer!” zegt Marten.
Sluimer maakt de twee boten aan elkaar vast. Dan springt Katinka op hem.
“Vuile rotvent!” zegt ze. ”Vui...” verder komt ze niet. Sluimer doet ook tape op haar mond.
“Maak deze jongedame eens vast, Marten.”
Hij geeft gas. Samen met het speedbootje varen ze een slootje in. De schurken dragen de kinderen uit de boot, Dille blijft achter. Ze worden een huis in gedragen en in de kelder achtergelaten. De deur klapt dicht, een rammelend slot. Nu zitten ze opgesloten.
Ondertussen loopt Joppe ongerust heen en weer.
“Waar zijn ze allemaal?” vraagt hij zich hardop af.
“Misschien is Dille met Jordi, Sarah en Katinka aan het wandelen?”
Dan bedenkt hij dat Sluimer het misschien wel weet. Ineens ziet hij op tafel een klein papiertje. Hij leest: 3 72 37485.... De laatste cijfers kan hij niet lezen. Is dit soms het nummer van Katinka's mobieltje? Hij loopt naar de telefoon en toetst het nummer in. Een computerstem zegt:
”Dit nummer is onbekend, bedoelde u soms: 372 3748569?”
“Dat schiet niks op,” zegt hij. “Nou ja, als Sarah maar voor het eten thuis is.”
Pok! Sarah gooit steentjes tegen het raam van de kelder. Katinka probeert de deur in te trappen. Jordi denkt na.
“Dit heeft geen zin,” zegt Katinka. “Die deur is veel te dik en dat raam trouwens ook.... èn heb jij al een plan, Jordi?”
“De kroket-mens telefoneerde via een huishaar,” mompelt Jordi.
“Ben je gek geworden ! We zitten opgesloten en jij gaat stomme zinnetjes zitten te bedenken!” roept Sarah.
“Nee, hij is juist geniaal joh!” zegt Katinka. “We kunnen met mijn mobiel iemand bellen!”
Vlug pakt ze haar telefoontje.
“Maar wie...? denkt ze.
“De politie niet, want dat valt teveel op,” zegt Sarah.
“Joppe dan? Hij kan op zijn motor komen?” zegt Katinka.
“Nee, teveel lawaai,” zegt Sarah.
“Wacht eens," roept Katinka. "Dat nummer op het papiertje..., zal ik dàt eens proberen?”
“Hoe ging dat ook alweer?”
“Iets met 37237...euh...,” zegt Sarah. “Nee hè! Ik weet het niet meer en het briefje ligt thuis.”
De tranen springen in haar ogen. Dit is de eerste keer dat Jordi haar ziet huilen. Plotseling horen ze het slot rammelen. Iedereen luistert ...
Daar steekt Dille haar hoofd om de deur.
“De almachtige moederkoek haalt de redding nabij!” roept Jordi.
“Gauw!" roept Dille. "Sluimer is vast maar even bewusteloos!”
Maar waar is Marten...?
“Surprise!“ Dille wordt knalrood als ze Marten achter zich ziet.
“Ik heb het helemaal gehad met jou, vuil mannetje!” roept ze.
Even is het stil, maar dan rent Marten op Dille af. Dille springt opzij en Marten vliegt de kelder in. Met een knal valt hij beneden op de grond.
Vlug rennen de kinderen naar boven. Buiten ligt Sluimer nog. Zo gauw als ze kunnen maken ze de boot los.
“Eind goed, al goed!” zegt Dille blij.
“Niet helemaal," zegt Sarah. "We zijn het koffertje kwijt......”