Boot aan de horizon

‘Bedoel je dit soms?’
Dille houdt het koffertje van Sluimer omhoog. Haar armbanden rinkelen.
‘Ik kwam kijken wat jullie aan het uitspoken zijn. En toen struikelde ik hierover.’
Ongelovig pakt Jordi het koffertje aan. Het is zwaar.
‘Maak het eens open?’
Sarah komt dicht bij hem staan. Ze trekt zich niets aan van de braamstruiken. Haar haar duwt ze onder Jordi’s neus. Ruikt lekker.
Jordi probeert de sloten open te klappen.
‘Het lukt niet. Er zit een slot op. Een cijferslot.’
‘WAAR IS DIE KOFFER?’
Jordi kijkt op. Sluimer komt aangerend uit de richting van zijn boot. Hard gaat het niet, want hij loopt mank.
‘Wegwezen!’ Katinka rukt de koffer uit de handen van Jordi en sprint de andere kant uit.
‘Het meisje met de lange zwarte spinnenbenen galoppeerde door de wei,’ zegt Jordi en dan rent hij achter haar aan. Sara trekt hij met zich mee.
‘Ik leid hem wel af!’ Jordi’s moeder klinkt strijdvaardig. Grappig dat ze meteen meedoet. Katinka ligt op kop. Met een grote bocht lijkt ze in de richting van de woonboten te lopen.
‘Pas op!’ Sarah probeert haar in te halen.
‘Die Marten is misschien nog wel bij de boot van Sluimer.’
Even staat Katinka stil. Haar kleurige hoofd beweegt ze heen en weer als een vogel in nood. Dan kijkt ze Sarah aan.
‘Ligt er achter Joppes boot niet een speedboot?’
Sarah knikt.
‘We varen zo ver we kunnen. Als we veilig zijn, kijken we in de koffer.’
‘Goed plan.’
Jordi begint weer te rennen. In dit tempo kunnen ze Sluimer makkelijk voor zijn. Harder, harder! Jordi krijgt het gevoel alsof hij vliegt. Zijn voeten raken nauwelijks de grond meer. De boot van Sarah’s vader. Daar is ie.
Eén voor één gaan met zijn drieën voetje voor voetje langs de zijboorden naar de speedboot. Sarah trekt met één beweging het zeil eraf. Er zijn twee zitbankjes aan boord. Eén is voor de bestuurder.
‘Ik vaar,’ zegt ze beslist en ze laat zich op het bankje glijden. Dan laat ze de motor in het water zakken. Katinka en Jordi zitten inmiddels op het tweede bankje. Jordi heeft de koffer op schoot.
Sarah start de motor. Hard knettert de motor over het stille water.
‘Kijk daar eens!’
Jordi wijst naar in de verte. Sluimer komt aanhinken door de weilanden. Hij schreeuwt van alles, maar Jordi kan hem niet verstaan.
‘Volle kracht vooruit!’ roept Jordi naar Sarah.
Eigenlijk is het overbodig. Haar haren wapperen in de wind. Haar neus steekt zelfverzekerd vooruit. Vanaf het kanaal steekt ze een klein zijwater in, de polder in. Van het ene slootje stuurt ze naar het andere watertje. Ze vaart verder totdat ze eindelijk het open water bereiken. Golven spatten tegen de boeg van de speedboot. Het wordt kouder en kouder. En langzamerhand zakt de zon achter de horizon.
Ineens gaat Katinka staan. De boot wiebelt.
‘We worden gevolgd!’
En dan ziet Jordi het ook. Heel in de verte verschijnt er een ander bootje aan de horizon.