De sleutel!
“Leeg helemaal leeg,” zegt Jordi. “Nee, toch niet, onder in de koffer ligt een klein kistje en daar zit nog een slot op, maar hoe krijgen we die open?”
Sarah zegt: “Die laatste twee nummers die nog op het briefje stonden, misschien zijn ze nog leesbaar.”
"Is het een drie?"
"Nee, het is een twee en dat is een negen, probeer eens."
“Huh” zeggen ze tegelijk, hebben we daar al die moeite voor gedaan, alleen maar voor een roestige sleutel?"
“Hoe laat is het ” vraagt Jordi. “Het is 5 voor 12, dan moeten we rennen kom op!”
"Dat halen we nooit."
Zo snel ze kunnen lopen ze in de richting van de Blauwpolder.
“AUUUW!” gilt Sarah.
Maar Jordi hoort haar niet. Roestige sleutels dansen in een slot, dwaalt het door zijn hoofd. Eenmaal aangekomen vraagt Jordi:
“Waarom zou Sluimer een roestige sleutel begraven?”
“Sarah, Sarah!”
Dan hoort hij voetstappen. Vlug legt hij de koffer neer en duikt de bosjes in. Hij ziet vanuit de bosjes hoe een persoon met een cape, richting de koffer loopt, om zich heen kijkt en dan snel wegrent met de koffer in zijn hand (zonder sleutel). Die heeft Jordi nog.
Waar is Sarah eigenlijk? Denkt Jordi. Hij loopt het pad af, opeens gaat zijn mobiel.
“Hallo met Jordi.”
”Slim maar dom jongen.”
“Help me Jordi help !!” hoort hij Sarah schreeuwen aan de andere kant van de lijn.
“Jij het meisje ik de sleutel, vertel niemand er wat van of je ziet haar nooit meer terug! Morgen tien uur, bij de vindplek van de koffer met de sleutel.” (tuut, tuut, tuut).
Opgehangen, denkt Jordi.
De volgende dag om tien voor tien staat Jordi te wachten op de afgesproken plek. Opeens voelt hij dat hij vast gegrepen word. Hij kan niet zien wie het is. Maar hij herkent de cape van gisteren. Jordi krijgt een zak om zijn hoofd en wordt mee gesleurd. Als de zak van zijn hoofd wordt afgehaald, ziet hij Sarah vastgebonden op een stoel.
“Wat wil je!” roept Jordi. “En wat moet je eigenlijk met die sleutel.”
Zonder antwoord te geven loopt Sluimer weg. Hij maakt Sarah los. Jordi voelt in zijn zakken, geen sleutel maar wel zijn mobiele telefoon! Hij belt Harry en Olaf op. Een paar seconden later neemt Harry op.
“Harry luister, je spreekt met Jordi. We zijn gevangen genomen. Sluimer had Sarah vastgebonden en ons allebei opgesloten, we zitten in een of andere enge kerker! Het ligt net achter het bos en neem je vader mee want Sluimer heeft een goed slot op de voordeur geplaatst. Wees voorzichtig!”
“Oké!” en Harry hangt op.
Even later zegt Jordi: “De Marokkaanse wortelzuiger en de paprika zitten opgesloten in een oude paddestoel.”
Sarah lacht. De man met de cape opent de deur, maar voor de man helemaal binnen is springen er twee jongens op zijn rug.
“Harry! Olaf! Blij dat jullie er zijn, maar hoe zijn jullie hier binnen gekomen”
“Dat leggen we onderweg wel uit.”
“Zo en nu eens kijken wie er onder die cape zit!” zegt de vader van de twee jongens. Ze trekken de cape af en kijken verbaasd.
“JIJ?”