|
Verhalen spinnen lezen
Hieronder zie je het leesschema van Verhalen Spinnen. Elk blokje staat voor een hoofdstuk van een verhaal. Als je op een blokje klikt, verschijnt onder het leesschema dat hoofdstuk. Als een blokje nog grijs is, moet dat hoofdstuk nog geschreven worden. Om één verhaal te lezen, volg je de pijlen en de kleuren in het leesschema. Elk verhaal krijgt zijn eigen kleur. Je kunt het lezen of de video bekijken waarin de schrijvers hun hoofdstuk voorlezen.
Onderin het leesschema zie je bij elk verhaal open staan. Als je hierop klikt, krijg je alle hoofdstukken van dat verhaal op een rijtje te zien in een pdf-bestand. Je kunt dan het hele verhaal achter elkaar lezen. In het gekleurde schema, bovenaan elk hoofdstuk, zie je welke lijn er wordt gevolgd. Je kunt het hele verhaal ook uitprinten.
Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.
|
|
|
|
Verberg leesschema
Verhaal 1 - Hoofdstuk 4 - Hoofdstuk 4
De geheime code
Jordi neemt op en zegt: ‘Hallo met Jordi.’ Een zware stem zegt: ‘Hé, geef het koffertje terug en wel direct! Leg het koffertje op de zelfde plek weer terug. Voor vanmiddag 12 uur!’ De man hangt op. Jordi zegt zacht: ‘Sluimer.’ ‘Wat is er met Sluimer?’ vraagt Sarah. ‘Sluimer belde mij op. Hij zei dat we het koffertje voor 12 uur op dezelfde plek terug moeten leggen, en toen hing hij op.’ ‘Eerst kijken wat er in zit,’ zegt Sarah, ‘Dan pas terug brengen.’ Harry zegt: ‘Maar onze vader is pas vanmiddag om 5 uur vrij.’ ‘Shit,’ zeggen Sarah en Jordi tegelijk. ‘Weet je zeker dat het Sluimer was?’ ’Ja, en nu weet ik ook wie er bij ons was. Sluimer was gisteren bij ons thuis, ik herken zijn stem.’ Olaf zegt: ‘Wij moeten naar school, ik geloof jullie ook.’ Dan zegt Jordi: ‘Gaan jullie maar, wij hebben vandaag een spijbeldag.’ ‘Wacht eens,’ zegt Sarah tegen Jordi als Harry en Olaf weg zijn. ‘Ik heb die code bewaard die in het flesje zat aan de gele ballon. Wij dachten dat het een telefoonnummer was, misschien is dat de code wel van het koffertje.’ ‘Ja, goed idee we gaan meteen naar jouw huis.’ ‘Goed,’ zegt Sarah. ‘Maar we moeten wel oppassen, want mijn vader is thuis. We moeten via de regenpijp omhoog klimmen naar mijn kamer. Ik hoop dat het raam open is.’ Ze sluipen naar Sarahs huis. Yes, mijn vader doet net het raam open. Dat is een voordeel, maar we zitten ook met een nadeel. Ze wijst naar haar vader en zegt: ’Hij gaat aan zijn motor prutsen en dat doet hij vlak voor mijn raam.’ ‘Wacht, ik heb een goed idee. Ik ga achter in de tuin herrie maken met een of ander apparaat. Dan klim jij gauw naar boven, als jouw vader naar achteren gaat.’ ‘Welk apparaat neem je voor dat lawaai?’ ‘De grasmaaier, goed?’ ‘Ja, maar wel voorzichtig doen, want hij is gloednieuw.’ Jordi gaat via het paadje naar de tuin. Sarah gaat klaar staan, zodat ze straks meteen naar boven kan klimmen. Als Jordi eenmaal in de tuin is, zet hij gauw de grasmaaier aan en rent weg naar de bosjes. De vader van Sarah gaat naar de tuin, omdat hij ineens geronk hoorde. Het is best een grote, mooie tuin, zodat het even duurt voordat hij bij de grasmaaier is. Hij moet langs de moestuin en ook nog om een grote trampoline. Daarna door het weilandje met kippen, koeien, varkens en geiten, die natuurlijk gelijk achter hem aan hollen. Daarom duurt het een poosje voordat hij weer bij het huis terug zal zijn. Sarah klimt gauw omhoog en pakt het briefje. Achter in haar rommelige, bijna roze kamertje vindt ze het briefje met de code. Dan gaat ze gauw weer naar beneden. Ze is net op tijd beneden, en kan zich nog snel verstoppen.Want haar vader komt er al weer aan. Hij zegt: ‘Potverdikke, dat ik die grasmaaier daar straks aan heb laten staan. Ik snap daar niets van. Wat dom van me.’ Dan ziet hij de bosjes bewegen, hij gaat er naar toe, maar er is niks te zien. ‘Dat was net op het nippertje,’ zegt Sarah. ‘Kom we gaan naar de boomhut kijken of we het koffertje open kunnen krijgen met de code.’ ’Oké, kom.’ Ze lopen richting de boomhut. Ze kijken heel erg goed om zich heen of niemand hen ziet of volgt. Als ze in de boomhut zijn toetsen ze de code in. Dan valt hun mond open van verbazing.
Verhaal 1 Hoofdstuk 3
|
Verhaal 1 - Hoofdstuk 4 - Hoofdstuk 4
Geschreven door leerlingen groep 7 en 8 van de Paul Krugerschool
|
Klik hier voor leesschema
|
Verhaal 1 Hoofdstuk 5
|
|
|