|
Verhalen spinnen lezen
Hieronder zie je het leesschema van Verhalen Spinnen. Elk blokje staat voor een hoofdstuk van een verhaal. Als je op een blokje klikt, verschijnt onder het leesschema dat hoofdstuk. Als een blokje nog grijs is, moet dat hoofdstuk nog geschreven worden. Om één verhaal te lezen, volg je de pijlen en de kleuren in het leesschema. Elk verhaal krijgt zijn eigen kleur. Je kunt het lezen of de video bekijken waarin de schrijvers hun hoofdstuk voorlezen.
Onderin het leesschema zie je bij elk verhaal open staan. Als je hierop klikt, krijg je alle hoofdstukken van dat verhaal op een rijtje te zien in een pdf-bestand. Je kunt dan het hele verhaal achter elkaar lezen. In het gekleurde schema, bovenaan elk hoofdstuk, zie je welke lijn er wordt gevolgd. Je kunt het hele verhaal ook uitprinten.
Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.
|
|
|
|
Verberg leesschema
Verhaal 1 - Hoofdstuk 1 - Gast
Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers of de leerlingen hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.
´Wat gaan jullie doen vanmiddag?´ vraagt Stans moeder.
´Verder werken aan de boomhut,´ zegt Stan.
´Goed, ik ben om vijf uur thuis.´
´Geen…´
´... gekke dingen doen, oké, dag mam,´ maakt Stan haar zin
af. Hij stopt zijn mobiel in zijn zak en loopt naar de keuken waar Mau en Sofie
boterhammen smeren. ´Laten we nou gaan.´ Sofie staat een beetje tegen Mau’s
bungelende been aangeleund, ziet hij. Knorrig pakt hij een zak chips uit een
keukenkastje. Waarom neemt Mau háár mee als hij met hem heeft afgesproken?
Hij geeft een ruk aan Mau’s arm in het voorbijgaan. Mau valt
bijna in de gootsteenbak, kan nog net blijven zitten op het aanrecht.
´Hé, gast, wat doe je?´ ‘Stan?’ Mau kan niet snel zijn met zijn stijve been. Hij
weet wel waarom Stan zo doet. Het is om Sofie. Maar Mau vindt haar leuk, dat
gevoel is sterk.
Stan is alweer doorgelopen, de tuin in. Hij roept dat hij
vast naar de schuur gaat om het gereedschap te pakken. Zaag, spijkers, hamer.
´Mau,´ schreeuwt hij, ´neem jij die plankjes mee!’ Laat
Sofie maar het eten meenemen denkt hij er achter aan.
Over het hoge gras naar de struiken en bomen achter in de
tuin. Een doorntak blijft haken aan zijn sweater. Hij rukt zich los. Een gat
blijft achter in zijn mouw. Als hij door de struiken heen is, begint er een
stuk bos. Stukken muur zijn te zien, tussen de bomen door, van de auto
stinkfabriek die erachter staat. Soms ziet hij er mensen in overall tegen
geleund staan. De geur van benzine en olie dringt zijn neus binnen.
Vol knoesten zit de dikke stam van zijn eigen beukenboom,
zijn huis. Hij slingert alle kanten op als hij halverwege de touwladder is. De
hamer valt met een doffe dreun op de grond. Bijna op Sofie’s hoofd. Ze springt
opzij.
Sofie woelt tussen de knisperende bladeren. ´Ik heb ‘m!´ Ze
klimt naar boven met de plankjes bungelend aan een touw dat ze schuin over haar
schouders heeft geknoopt. Ze steekt haar hoofd over de rand van de vloer. Als
een standbeeld staat Stan te staren naar een hoek van de hut. Ze volgt zijn
blik. Tegen de onderste zijplank aan ligt een opgerolde slaapzak.
´Mag je hier slapen?´ vraagt Sofie. ´Wow, dat lijkt me
spannend.´
´Nee,´ zegt Stan, ´dat mag ik niet.´
Mau’s stijve rechterbeen zwaait als een paal over de rand.
Hij oppert dat Stans moeder de slaapzak neergelegd heeft, voor als het koud is.
Stan spreekt dat tegen omdat zijn moeder de hut nog nooit ingeklommen is. Zijn
vader al helemaal niet.
De rest van de middag timmeren ze en eten ze. Praten ze over
De Slaapzak. Vooral Stan is verontwaardigd; wie waagt het in zijn huis te
komen? Er te slapen zelfs.
‘We moeten ’s nachts gaan kijken’ zegt Sofie.
‘Dat mag ik vast niet’ zegt Stan.
‘Dan zit er niets anders op dan het niet te zeggen.’
Stan kijkt verbaasd naar Mau. Mau is altijd degene die zegt:
‘Niet doen Stan, het mag niet.’ Vaak heeft hij dan al iets stoms gedaan.
‘Komen jullie zaterdag bij me slapen?’
Mau kijkt blij. ‘Jullie’ Sofie dus ook.
‘Oké, doen we,’ zegt Sofie. ‘En we vertellen het niemand!’
´Stan!´ galmt het door de lucht. ´Eten!´ Snel spugen ze tussen hun gespreide wijs- en ringvinger
door.
´Geheim.´
´Geheim.´
´Geheim.´
Eindelijk is het zaterdagnacht. Geroffel op het dak van de
regen. Geluidloos gaat de slaapkamerdeur van Stan open. Kousenvoeten sluipen de
trap af. Stap, bonk, stap bonk. Sofie pakt Mau bij zijn arm. Ze houdt haar
vinger voor haar lippen. Dan tilt Mau zijn been wat op met zijn handen.
Schoenen doen ze buiten aan. De lucht is zwart, als de inkt uit hun
schoolvulpen. Takjes knappen af als ze zich door de struiken en boomtakken heen
worstelen. Stan kijkt omhoog naar het slaapkamerraam van zijn ouders. De gordijnen
lijken te bewegen. Binnen een paar minuten druipt het water uit hun haren. Maar
de regen dekt de geluiden van hun voetstappen en stemmen toe. Ze naderen de
boomhut. Zaklantaarns uit fluistert Stan. Onderaan de stam geven ze elkaar
duwtjes.
´Jij eerst.´
´Nee, jij.´
Maurits begint zuchtend te klimmen. De ladder glimt, een
paar keer glijdt zijn voet weg. Stan krijgt de hak van Mau’s schoen tegen zijn
neus. Dan, bijna boven, geschuif over de vloer. Alle drie houden ze hun adem
in. Stan geeft Maurits een por tegen zijn billen. Mau kijkt omlaag, aarzelt.
´Doorgaan.´
Mau’s ogen komen net boven de rand uit. Hij kijkt. De
uitgerolde slaapzak vormt zich om een lichaam, dat beweegt…
´Zie je wat?´ sist Stan.
´Jaa, ik..zie ...O, ik ...help...’
|
Klik hier voor leesschema
|
Verhaal 1 Hoofdstuk 2
Verhaal 2 Hoofdstuk 2
|
|
|