Nora, Nidal en Saaf waren nu helemaal alleen in de ondergrondse gang waar niet zo’n gezellige sfeer was. Toevallig had Saaf nog een aansteker in zijn zak. Hij pakte de aansteker uit zijn zak en zei:
‘Volg mij maar.’
Ze liepen door een donkere gang. Gelukkig had Saaf een aansteker.
Saaf dacht: ‘Oh ja, mijn aansteker is bijna op.’
Hij zocht een tak en vond er een. Hij stak de tak aan en ze hadden veel meer licht. Toen hoorde ze opeens een gil. Saaf schrok zich rot en zei:
‘Kom we gaan er op af.’
Maar waar kwam het vandaan? Ondertussen was Jessica bij Simon gevangen genomen. Jessica vroeg:
‘Wat gaat er met ons gebeuren?’
Simon antwoordde:
‘Ik weet het niet maar we kunnen wel ontsnappen, en dan nog iets, waarom gilde je net?’
Jessica antwoordde daarop: ‘Ik zag een spin.’
‘Oké,’ zei Simon.
Saaf, Nora en Nidal waren ondertussen doorgelopen naar het eind van de gang en Saaf zei:
‘Hier moet ergens een deur zijn.’
Toen zei Nora: ‘Het zou kunnen.’
Waarop Saaf antwoordde:
‘Ik weet het zeker.’
Saaf leunde ondertussen tegen de muur; BAM!!! De muur viel om.
‘Ben ik echt zo zwaar?’ vroeg Saaf.
‘Nee,’ zeiden Nidal en Nora lachend in koor.
Saaf zei: ‘Ik zei toch dat daar een deur zat, misschien zitten Simon en Jessica daar wel.’
Toen dacht Saaf aan Jessica en dacht: ‘Wat is ze mooi en knap, wat als ik haar nooit meer zie?’
Op datzelfde moment dacht Jessica ook aan Saaf. Simon zag dat Jessica in gedachten was en vroeg waar ze aan dacht.
‘Oh nee niks, een beetje aan thuis.’
Opeens hoorden ze een harde knal.
‘Wat was dat?’ vroeg Jessica.
‘Kijk,’ zei Simon.
‘Wat?’
‘De lange jongen.’
‘B-ben j-j-jij een geest?’ vroeg Jessica op een bange toon.
‘Een soort van en ik ga jullie…!’
Hij pakte een mes uit zijn zak en wilde net steken toen Saaf, Nora en Nidal binnenkwamen. Saaf verkocht de lange jonge een trap maar ging dwars door de geest heen. Toen zei Jessica:
‘Het heeft geen zin, hij is een geest.’
Saaf dacht na, hoe kon hij de geest verslaan? Hij keek om zich heen en dacht toen aan de aansteker die hij in zijn zak had. De geest had het mes al dichtbij Jessica en Saaf wist dat het nu of nooit was. Hij stapte naar voren, stak zijn hand in de geest en deed de aansteker aan. Deze vloog meteen in de fik en veraste. Saaf rende gelijk naar Jessica en omhelsde haar. Saaf vroeg aan Jessica verkering en ze zei:
‘Ja natuurlijk.’
Toen zei Nidal: ’Het is geen tijd om klef te doen we moeten ontsnappen.’
Ze renden door de gangen op zoek naar de uitgang. In de verte scheen licht en Nidal zei:
‘Daar, daar moet het zijn.’
En ze renden er naar toe. De deur ging makkelijk open en toen ze buiten waren belden ze meteen de politie. Ze konden eindelijk naar huis.
Een week later:
De mensen die in het complot zaten, waren opgepakt. En alle kinderen mochten naar een andere school. En Saaf en Jessica gingen samen naar dezelfde school.