Ze liepen door het riool ze zagen overal poep, plas en wc-papier. Achter zich hoorden ze de stemmen van de boeven. Die riepen:
‘Rotkinderen we pakken jullie wel!’
Ze renden heel hard weg.

Op het zelfde moment zit Bobby nog steeds te blaffen naar de baas van de boeven. De rentmeester probeert Bobby te kalmeren, maar dat lukt maar half. De rentmeester had de politie al gebeld,dus die kwamen er aan. De baas van de boeven keek heel bang.
Het licht dat Marly en Jim zagen was een zaklamp van nog een boef.  Ze gingen snel een zijgang in, maar daar stond een hek. De man met de zaklamp stond recht voor Marly en Jim. Jim kwam in gevecht, hij kreeg een klap in zijn gezicht. Jim werd boos en sloeg de man vol op zijn gezicht en trapte daarna in zijn kruis. De man viel op de grond  van de pijn. Ze pakten snel de zaklamp en renden een andere gang in.

Op het zelfde moment was de politie aangekomen bij het ziekenhuis. De politie rende de trappen op. Daar hoorden ze het geblaf van Bobby. Ze renden er snel op af. Toen de politie er was had de baas van de boeven zich onder de dekens verstopt. De rentmeester wees naar de baas van de dieven, die werd aangehouden. De dief werd in de rolstoel gezet en naar beneden gebracht. Daar werd hij in het busje geduwd.

Jim en Marly liepen nu de goeie gang in. De boeven renden nu met zijn drieën achter ze aan ze hadden knuppels bij zich. Ze sprintten door het riool. Toen ze uit  de gang  kwamen, waren ze op een vuilnisbelt. Ze renden snel achter een bult en kwamen daar een beetje op adem. De dieven stonden opeens voor Jim en Marly. Gelukkig konden ze nog net ontsnappen door hard weg te rennen. De mannen met de knuppels werden moe en gingen steeds zachter rennen.
Daarna volgde er nog een korte achtervolging. Uiteindelijk kwamen ze bij een straat uit en ze renden die in. Gelukkig reed daar een politieauto. Ze zwaaiden  en zwaaiden en de politie stopte en vroeg wat er was. Jim en Marly  vertellen dat ze achtervolgd worden door boeven en dat die gewapend zijn met knuppels. De politie gaat er op af met getrokken pistolen. En even daarna worden de mannen opgepakt.
Er komt nog een politieauto bij. Daarin gaan Jim en Marly mee naar het ziekenhuis, naar Bobby en de rentmeester.
De drie mannen worden naar het busje gebracht waar de baas van de boeven ook in zit. Jim en Marly gaan naar Marly’s huis.
In de tuin van Marly krijgen ze verkering met elkaar en gaan ze zoenen.
Marly zei nog sorry van die klem, is niet erg zei Jim haar verliefd in de ogen starend.