Jeff wist niet zo goed wat hij moest doen. Hij zocht meester Jos, maar die was verdwenen. De piloot was ook dood, tenminste, dat dacht hij. Daar is Nikki! Jeff loopt naar haar toe, maar ze rent weg! Richting de berg! Zou zij misschien weten waar meester Jos is? Hij rent achter haar aan. Maar wat vindt hij nu? Het jasje van meester Jos… onder het bloed! Jeff schrikt. Waar is Nikki? En waarom rende ze weg? Zoveel vragen, Jeff is hopeloos. Maar hij mag niet opgeven, hij kan hier toch niet voor altijd blijven? Jeff stikt van de dorst en valt flauw in het zand. Plons! Jeff krijgt water over zijn gezicht. Het is Nikki. Jeff krabbelde overeind. Hij wil haar achternagaan, maar Nikki rent alweer weg. Maar nu langzamer, zodat hij haar kan volgen.
Na een poosje rennen kwamen Nikki en Jeff bij de berg Urulu.
‘Wow!’ zei Jeff. ‘Wat een grote berg!’
Nikki begint te praten.
‘Sorry Jeff, dat ik niks zei. Maar met die piloot in de buurt is het veel te gevaarlijk. Want zoals ik al zei: hij is niet te vertrouwen.’
‘Maar die piloot is toch dood?’ stamelde Jeff.
‘Dat denk jij,’ zegt Nikki. ‘Luister Jeff, dit is al eens eerder gebeurd.’
‘Hoe bedoel je?’
’30 jaar geleden was hier ook een jongen,’ vertelt Nikki. ‘Dat hele bijstuurkamp bestaat niet, zelfs je ouders zitten in het complot.’
‘M-maar.. mijn ouders?’ 
‘Ja,’ zei Nikki. ‘Ze hebben je niks verteld. Ook niet van die jongen die hier 30 jaar geleden was. Die jongen die hier was, heeft niemand ooit nog gezien. Jarenlang hebben ze naar hem gezocht. Niemand weet waar hij is. Iedereen denkt dat hij dood is, zelfs zijn ouders.
‘Is hij ook echt dood?’ vraagt Jeff.
‘Dat weet ik niet precies, maar ik denk van niet. Ik denk dat hij hier nog ergens is. We moeten hem zoeken. Samen kunnen we hem vinden. Dan komen we er écht achter, of hij dood is of niet. Dan lossen we het raadsel op.’
Jeff vindt het maar eng.
‘Maar wat als het ook met ons gebeurt?’
‘Dat risico heb je,’ zei Nikki. ‘Al veel mensen hebben het geprobeerd. Maar niemand heeft het overleefd. Ik wil weten waardoor die mensen het niet hebben overleefd.’
‘Maar die jongen weet je nog? Die was hier 30 jaar geleden. Hij was ook al samen met die piloot, Dus ik denk dat hij er wat mee te maken heeft, dus daarom vertrouw ik hem niet. Snap je?’
‘Ja, ik snap het. Denk je dat hij ons ook iets aan wil doen?’
‘Ik weet het niet. We moeten in ieder geval voor hem oppassen. Hij heeft ook dat vliegtuig laten neerstorten. Met hoop dat jij het niet zou overleven. Maar luister nog even. Al die mensen waren ook met het vliegtuig. En iedere keer als er opnieuw mensen heen gingen, was hij de piloot en liet het vliegtuig neerstorten. Veel mensen hebben het toen niet overleefd. Ik weet het haast zeker, hij verbergt iets.’
‘M-maar hoe weet je dit allemaal?’ vraagt Jeff.