Het was niet te geloven, ongeveer tweehonderd tenten. Ze zagen een heel groot kamp. Ze liepen er naartoe. Toen ze dichter bij waren zagen ze allemaal kinderen. Al die kinderen werden opgeleid tot regenjas. Ze liepen langs een soort wasserette. Miljoenen regenpakken! 
‘Kom pak een regenjas, dan val je niet zo op,’ zei Birgit. 
‘Oke,’ zei Jeff.
Ze pakten allebei een regenjas. Ze renden de hoek om. Daar kleedden ze zich om. Toen ze terug wilden lopen, liepen ze tegen een man aan. 
‘Sorry onze fout,’ zei Birgit terwijl ze naar de grond keek. 
Ze keek de man aan en herkende de oude man uit de grot. 
‘Huh, u zat toch vast in de grot?’ 
‘Ssst,’ zei de oude man. ‘Niet zo hard.` 
‘Maar…,’ stamelt Birgit. ‘U zat vast in die grot, hoe bent u ontsnapt?’ 
De oude man keek alsof hij gebeten was.
‘Nou… uhhh…  de regenjassen werden ziek, daardoor kon ik wegsluipen.’ 
Enkele uren later vragen ze zich af hoe ze kunnen ontsnappen.
’Maar hoe?’ zegt Jeff 
‘We vragen de oude man. Ik vertrouw hem wel,’ zegt Birgit.
’Oke,’ zegt Jeff. 
Ze zoeken hem op.
De man zegt: ’Kom mee, ik weet een sluiproute maar pas op het is wel gevaarlijk!’  
‘Oke,’ zegt Jeff.  ‘Birgit, vertrouw jij hem wel?’
‘Ja hoor,’ zegt Birgrit. 
‘Jij niet dan?’ vroeg Birgit.
‘Jawel… we moeten vluchten, en wel snel. We kunnen het vlot wel weer gebruiken?’ zegt Jeff. 
‘Maar we moeten wel snel zijn, hoor,’ zegt Birgit. ‘Anders sluiten ze ons nog op, en wie weet wat er dan met ons zal gebeuren. Als we eenmaal opgesloten zitten, dan komen we daar nooit meer uit en zitten we daar 50 jaar.’ 
Vervolgens lopen ze met z’n drieën de jungle in.
‘Ik heb honger,’ zei Jeff. ‘Daar staat een boom met bananen.’ 
Eenmaal bij de boom beginnen ze met plukken, ze halen er een tros vanaf. 
‘Birgit,’ zegt Jeff. ‘Ik heb nog niet begrepen hoe jij mensen met je ogen kunt hypnotiseren.’
’Oh, ik wist niet dat je er wat over wilde weten.’
Jeff zegt: ‘Ik vind het wel handig dat je dat kan, hoe heb je dat geleerd?’ Dat zeg ik later wel, zegt Birgit. 
Ineens ziet Jeff een brug verderop.
‘Kom we gaan er heen.’
De oude man zegt dat de brug naar een uitweg loopt. 
‘Wauw!’ zegt Jeff. ‘Kijk eens omhoog Birgit, is dit een berg?’
‘Ja,’ zei de oude man.
‘Mooi’ zegt Birgit. ‘Maar, we moeten nu gaan. Kom Jeff!’ 
‘Ja, maar we moeten wel oppassen want het is een heel smal bruggetje.’ 
Even later zijn ze midden op de smalle brug. De oude man zegt:
’Zal ik jullie iets vertellen?’ 
Dan kijkt Jeff even achter zich, omdat hij iets vreemds hoort. De oude man vervolgde:
‘Ik ben een regenjaaaaaaa… !!!!