In de tussentijd wordt de bisschop wakker. Hoelang ben ik aan het slapen geweest? dacht hij.
Hij ziet een man die de paarden bestuurt, en de ander geeft hem een commando: 'Als je ook maar een krimp geeft dan slaan we je buitenwesten, al heeft het toch niet veel zin want we verdrinken je toch.'
De bisschop schrok en zei dus maar niks. Ondertussen was Menno diep aan het nadenken, omdat hij de ketting van Graaf Reinoud op de weg had zien liggen. Anna zag hem denken. Maak je daar nou niet zo druk om misschien wou hij ons wel op een dwaalspoor brengen.
'Kom zullen we op onderzoek gaan?' zegt Anna.
Ze rennen de straat op. Anna botst tegen een meneer op. Ze herkent hem meteen aan zijn gezicht. De meneer ziet Anna denken, en rent snel weg. Kom erachteraan Menno, schreeuwt Anna. Ze zien de man het bos in rennen. Als ze ook bij het bos aankomen is er geen spoor meer van de meneer te bekennen.  Laten we naar het hutje gaan zegt Menno. Als ze bij het hutje aankomen ziet Menno een jutezak liggen. Anna kijkt erin en gilt zo hard als ze kan. Het hoofd van Graaf Reinoud! Dan ineens horen ze een stem schreeuwen:
'Help!'
Ze gaan op het geschreeuw af en zien de bisschop vastgebonden met  touwen en aan zijn benen een loodzware steen. De mannen gooien de steen in het water, en de bisschop vliegt er achter aan. Menno sluipt stiekem naar de tas met wapens en haalt er een geladen pistool uit. Hij richt op de beide mannen en schiet. De mannen vallen met een klap neer. Ondertussen heeft Anna een mes gepakt en is achter de bisschop aangedoken. Ze snijdt het touw door en trekt de bisschop naar de kant.
'Dankjewel,' zegt de bisschop en hij valt flauw.  
Menno ziet zijn vader aankomen lopen.
'Wil je mee helpen de bisschop naar het dorp te brengen. Ik leg het later wel uit.' 'Oké,' zegt vader en hij tilt de bisschop over zijn schouder.
Daar eenmaal aangekomen en toen de bisschop weer was bijgekomen, deed de bisschop zijn hele verhaal. Iedereen vond Menno en Anna echte helden en ze werden gekroond tot helden van de stad.
'Tot helden van de stad?' zei Menno. 'Dit is een dorp!'
'Ja, maar vanaf nu niet meer, want nu is het een echte stad.'
En de bisschop haalde de brief uit zijn zak die helemaal doorweekt was. 
'Dat is niet zo erg, want die droogt wel weer en anders schrijf ik een nieuwe,' zei de Bisschop.
'En wat doen we met het hoofd van Graaf Reinoud?' vroeg Anna.
'Oh, dat zien we later wel, die loopt niet weg, we gaan nu eerst feest vieren,' zei de bisschop.