Anemoon en Myrna gaan het smalle paadje in.
En Olivier en Michiel gaan rechtdoor.
Ineens blijft Myrna stokstijf staan.
"Ik zie daar iets bewegen," zegt Myrna bang
Dan komt er een lief schattig konijntje uit de struiken.
Anemoon moet heel hard lachen.
"Haha, je bent bang voor een konijntje."
Terwijl Myrna en Anemoon in de slappe lach zitten hoort Anemoon ineens iets.
Ze worden stil.
Myrna zegt met een piepstemmetje: "er sist iets."
Dan komt er een slang uit de struiken.
Anemoon en Myrna gaan gillen.
Het konijntje rent weg en de slang komt dreigend op hun af.
Dan gaan ze nog harder gillen.
De slang glijdt weg.
Myrna en Anemoon lopen bang door.
Hoe zou het ondertussen met Michiel en Olivier gaan?
"Olivier, ik vind het een beetje saai," zegt Michiel
"Ik ook, kom daar is een paadje, daar gaan we in."
Dan horen ze een zware stem, Olivier zegt: "Dat is rode Frans."
Misschien heeft hij weer een aanwijzing voor ons, zegt Olivier
Rode Frans zegt: "Jullie zijn de verkeerde kant op gegaan."
Michiel zegt: "maar het was zo saai, we deden niks spannends."
"Maar hier komen jullie nergens," zegt rode Frans
"Jullie moeten weer terug gaan, want dan geef ik jullie een aanwijzing," zegt rode Frans
Michiel en Olivier lopen terug.
Als ze op de weg zijn beland, zegt rode Frans: "Ga rechtdoor alsmaar rechtdoor en dan vinden jullie een opdracht."
Rode Frans verdwijnt weer.
Als ze doorlopen zegt Olivier: "het kan ook een val zijn."
Maar Michiel loop stug door, hij zegt: wat maakt het uit je wilt Fedde toch vinden.
"Ja, maar….,"zegt Olivier
Maar michiel onderbreekt hem.
"Hou 's op, je hebt helemaal niks te maren."
En ze lopen door.
Anemoon en Myrna denken aan Fedde.
"Zou Fedde vastgebonden zijn?" zegt Myrna.
Myrna en Anemoon voelen een koud briesje over hun schouders waaien.
Dan komt er een oude man tevoorschijn met een houten stok, hij zegt: "Waar zijn jullie naar opzoek?"
Myrna en Anemoon kunnen van schrik niks meer zeggen.
Dan zegt Anemoon: ‘We zoeken onze vriend Fedde.’
"Oh, ik wil je wel helpen hoor," zegt de man
"Nee, dat hoeft niet," zegt Myrna, gauw toen ze weer tot adem kwam.
"Ik doe je echt niks," zegt de man
"Nee, we hebben al hulp van vrienden."
"Ik wil niet nieuwsgierig zijn maar hoe heten die vrienden?"
"Nou, zegt Myrna je bent wel nieuwsgierig en je hoeft ook niet te weten hoe ze heten."