|
Verhalen spinnen lezen
Hieronder zie je het leesschema van Verhalen Spinnen. Elk blokje staat voor een hoofdstuk van een verhaal. Als je op een blokje klikt, verschijnt onder het leesschema dat hoofdstuk. Als een blokje nog grijs is, moet dat hoofdstuk nog geschreven worden. Om één verhaal te lezen, volg je de pijlen en de kleuren in het leesschema. Elk verhaal krijgt zijn eigen kleur. Je kunt het lezen of de video bekijken waarin de schrijvers hun hoofdstuk voorlezen.
Onderin het leesschema zie je bij elk verhaal open staan. Als je hierop klikt, krijg je alle hoofdstukken van dat verhaal op een rijtje te zien in een pdf-bestand. Je kunt dan het hele verhaal achter elkaar lezen. In het gekleurde schema, bovenaan elk hoofdstuk, zie je welke lijn er wordt gevolgd. Je kunt het hele verhaal ook uitprinten.
Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.
|
|
|
|
Verberg leesschema
Het blauwekousenmonster - Hoofdstuk 6 - Blauwe sokken?
Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers of de leerlingen hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.
Sam en Daan voelen het blauwe slijm in hun gezicht en ogen druppen. Ze willen het wegvegen omdat ze niets meer zien, maar ze kunnen hun armen niet gebruiken. Het slijm lijkt hun allebei te verlammen. Maar hun oren doen het nog prima, want uit de verte horen ze een stem, een fluisterende stem die uitgroeit tot gebulder.
'Hier zijn ze mevrouw!' buldert de stem.
Is het Kaskaay? En wie is “mevrouw”?
Dan begint er licht te schijnen en de stem van hun moeder roept:
'Daan, Sam! Gelukkig!'
Het licht wordt zo helder dat Sam en Daan weer kunnen zien. Het blauwe slijm lijkt erdoor op te lossen. Sam graait in haar broekzak. Ze veegt haar gezicht schoon met haar zakdoek.
Wat het licht óók doet: het bezorgt hen een enorme pijn in hun hoofd. Steunend, met bonkende hersenen, komen ze overeind. Het valt hen niet eens op dat ze dat weer kunnen.
Hun moeder buigt zich over hen heen.
'Schatten, is het goed met jullie? Wat hebben jullie al die tijd gedaan hier beneden? Zijn jullie bang geweest? Was het eng in het donker?'
Daan probeert een duidelijk antwoord te geven. Hij begint over Appie en Sara, over Kaskaay en Ik... maar waar zijn die allemaal? Waar is alles gebleven?
De bulderende stem hoort bij een dikke man in een blauwe overal. De man geeft een enorme duw tegen het luik. Het gaat krakend open. En wat zien Sam en Daan? Geen vreemd landschap met veranderende huizen, geen blauw kasteel. Nergens blokken slijm. Alleen de wildernis van hun achtertuin. Het luik komt gewoon uit op de tuin.
'De klusjesman heeft de kelderdeur gelukkig open gekregen,' zegt hun moeder.
'En het luik heb ik gelukkig ook open, mevrouw,' zegt de klusjesman. 'Je kunt de damp van de stookolie uit de verwarming bijna snijden. Daar krijg je niet alleen enorme koppijn van, je gaat er ook rare dingen van zien. Frisse lucht is hier even héél erg nodig.'
Niet veel later zitten zitten ze boven. De hoofdpijn wordt al minder.
Terwijl hun moeder in de keuken thee zet, zegt Daan:
'Dus het was de damp van de stookolie. We hebben het allemaal een soort van gedroomd.'
'Wat heb jij gedroomd?' vraagt Sam. 'Ik herinner me helemaal niks. Ja, vieze slijmerige druppels in mijn gezicht.'
Nu weet Daan zeker dat hun hele avontuur niet echt was. Zijn zus is er geeneens bij geweest! Appie en Sara, Kaskaay en Ik- ze zijn allemaal gedroomd. Maar het sokkenmonster dan?
Sam pakt haar zakdoek en vouwt hem open. Er ligt een dotje blauw spul in.
'Zou dit ook van de stookolie zijn?' vraagt ze.
Daan geeft geen antwoord. Hij stormt naar de kelder. De klusjesman heeft het luik weer gerepareerd en op een haakje gezet. Nu is hij bezig met de cv-ketel.
Daan loopt naar de hoek waar ze gelegen hebben. De berg blauwe derrie ziet hij meteen. Hij kijkt er aandachtig naar.
'Zoek je iets, knul?' vraagt de klusjesman.
'Weet u wat dit is?' vraagt Daan.
De klusjesman komt bij hem staan.
'Nou... ik zou zeggen een lap blauwe stof die helemaal tot slijm is vergaan,' zegt hij. 'Vocht, waarschijnlijk.'
Hij heeft het mis, weet Daan. Het is niet één stuk blauwe stof, het zijn er een heleboel. Een berg tot slijm vergane blauwe sokken. Hoe komen die nou híér terecht?'
'Kom maar mee,' zegt deklusjesman. 'Ik moet materiaal gaan kopen om jullie verwarming te kunnen repareren. En ik doe de kelderdeur op slot. De lucht is hier nog even niet gezond.'
Samen lopen ze naar boven. Het kelderlicht gaat uit, de deur gaat dicht.
In het schemerdonker komt er beweging in de blauwe hoop slijm. Een klein blauw wezen met ogen op wijd uitstaande stelen komt te voorschijn. Het glipt door een gat in de leidingen van de verwarming, op weg naar de badkamer, waar de wasmachine staat. En de wasmand met misschien wel lekkere blauwe sokken.
Het blauwekousenmonster Hoofdstuk 5
|
Het blauwekousenmonster - Hoofdstuk 6 - Blauwe sokken?
Geschreven door Bies van Ede
|
Klik hier voor leesschema
|
|
|
|