|
Verhalen spinnen lezen
Hieronder zie je het leesschema van Verhalen Spinnen. Elk blokje staat voor een hoofdstuk van een verhaal. Als je op een blokje klikt, verschijnt onder het leesschema dat hoofdstuk. Als een blokje nog grijs is, moet dat hoofdstuk nog geschreven worden. Om één verhaal te lezen, volg je de pijlen en de kleuren in het leesschema. Elk verhaal krijgt zijn eigen kleur. Je kunt het lezen of de video bekijken waarin de schrijvers hun hoofdstuk voorlezen.
Onderin het leesschema zie je bij elk verhaal open staan. Als je hierop klikt, krijg je alle hoofdstukken van dat verhaal op een rijtje te zien in een pdf-bestand. Je kunt dan het hele verhaal achter elkaar lezen. In het gekleurde schema, bovenaan elk hoofdstuk, zie je welke lijn er wordt gevolgd. Je kunt het hele verhaal ook uitprinten.
Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.
|
|
|
|
Verberg leesschema
Blauwe duivels - Hoofdstuk 6 - Blauwe duivels
Video bekijken
Klik op de zwarte pijl om de video te starten. Op de video zie je de schrijvers of de leerlingen hun hoofdstuk voorlezen. Aan het eind van deze video kun je doorklikken naar het vorige of volgende hoofdstuk of de video opnieuw bekijken.
‘Dan moet
er toch ook ergens een uitgang zijn?’ zegt Daan.
’En ik moet ook naar de wc!’
’Dat kan straks wel, hoop ik…maar we moeten hier nu eerst uit zien te komen,’
zegt Sam.
Ze voelt aan de muur.
’Daan, voel jij aan de andere muur?’
’Best,’ antwoordt Daan.
’Volgens mij voel ik hier iets!’ zegt Sam.
Opeens gaat de muur opzij en een trap wordtzichtbaar.
’Kijk! Een uitgang!’ roept Daan. ‘Laten we de trap opgaan.’
Ze lopen de trap op.
’Welke kant nu op?’
Ze kijken om zich heen.
’Links of rechts?’ vraagt Sam.
’Naar links dan maar?’ zegt Daan.
Ze lopen de linker gang in. Als ze een poosje lopen, zien ze licht.
’Dat licht komt dichterbij…’ zegt Daan.
Ze gaan dichtbij elkaar staan. Dan zien ze dat het licht van een zaklamp komt.
Het is Co.
’Daan, Sam wat doen jullie hier?’ vraagt hij.
’Dat vragen wij ons ook af. Weet jij hoe we terug moeten komen?’ vraagt Sam.
’Terug? Naar de kelder? Jawel, maar willen jullie mij eerst even helpen?’
’Dat ligt eraan… waarmee zouden we moeten helpen?’ vraagt Daan.
’Misschien hebben jullie wel al gemerkt dat ik de ketel helemaal niet kom maken,’
zegt Co.
’En jullie hebben vast ook wel eens gehoord van het Blauwe Kousen Monster.’
’Ja!’ zegt Daan. ‘Daar stond laatst wat van in de krant!’
’Nou, dat Blauwe Kousen Monster sluipt hier ergens rond,’ zegt Co.
De kinderen rillen.
’En is dat ding gevaarlijk?’ vraagt Sam.
’Nee, dat niet. Maar als je hem bang maakt of pijn doet kan hij wel een beetje
gevaarlijk zijn. Dan wil hij vluchten en misschien kruipt hij dan eeh... dan
over je heen,’ antwoordt Co.
Daan grinnikt.
’Maar waar moeten wij dan mee helpen?’ vraagt hij.
’Nou, dat monster is eigenlijk geen écht monster. Eerder was het een man, een
voetbalcoach. Ze wonnen altijd behalve bij één team, en de kinderen van dát
team hadden blauwe kousen. Ze heetten: “De Blauwe Duivels”,’ zegt Co.
’Daar heb ik wel eens van gehoord, maar dat zijn toch volwassen mannen?’ vraagt
Daan.
’Dat waren eerder ook kinderen,’ zegt Sam. ’Maar wáár moeten we nou mee
helpen?’
Ze wordt nu toch wel nieuwsgierig.
’Ik ben erop uitgestuurd om hem te vangen, zodat we kunnen zorgen dat het weer
een gewone man wordt. Dus willen jullie mij helpen om hem te vangen?’
Co kijkt vragend naar Sam en Daan.
‘Natuurlijk, als we daarna dan maar weer terug gaan,’ zegt Sam.
Ze lopen door de gangen. Opeens horen ze een slepend geluid.
’Is dat het monster?’ vraagt Sam.
’Ik denk het wel,’ zegt Co.
Hij schijnt het licht naar een plek aan het eind van de gang. Ze zien iets
slijmerigs.
’Is dat hem?’ vraagt Daan.
’Ja, dat is hem,’ zegt Co.
’Heb je iets om hem te vangen?’ vraagt Sam.
’Ja, een spray waardoor hij kleiner wordt, zodat we hem in deze emmer kunnen
doen.’
Co laat een emmer zien en vervolgt: ‘We moeten nu heel zachtjes doen, anders
vlucht hij weg.’
Hij geeft Daan en Sam een spuitbus.
‘Dit moet je zo op hem spuiten,’ fluistert Co.
Ze wachten tot het monster dichtbij genoeg is om op hem te spuiten. Opeens
springen ze tevoorschijn en beginnen als gekken te spuiten. Het monster wordt
steeds kleiner, tot er alleen nog maar een klein hoopje slijm ligt. Co pakt het
op en legt het in de emmer.
’En hoe wordt het nu weer een mens?’ vraagt Daan.
’Daar hebben we een machine voor,’ antwoordt Co.
‘Gaan we nu weer terug naar de kelder, ik krijg dorst,’ zegt Sam.
Dan lopen ze achter Co aan terug naar hun kelder.
Blauwe duivels Hoofdstuk 5
|
Blauwe duivels - Hoofdstuk 6 - Blauwe duivels
Geschreven door Leerlingen Gr 8 OBS Bonnen
|
Klik hier voor leesschema
|
|
|
|